Is de prijsherzieningsclausule belangrijker dan ooit?

Artikels
31/05/2022
4 min read
Prijsherzieningsclausule
Terug naar het overzicht

Gepubliceerd in "Power+ by Techlink" in mei 2022.

Met de explosie van de grondstof- en energieprijzen, de inflatiecijfers die terug de hoogte in schieten door de oorlog in Oekraïne, en de verstoring van de globale transportketen, worden bouwbedrijven thans met onhoudbare overeenkomsten geconfronteerd. Vandaag bestaat er een reëel risico dat de prijs die bij aanvang van de samenwerking overeengekomen werd, niet meer volstaat om de variabele kosten te dekken voor de levering van uw product of dienst. Deze fluctuerende economie toont aan dat het meer dan ooit essentieel is om in uw toekomstige contracten een clausule op te nemen inzake de prijsherziening.

De prijs die partijen overeenkomen voor de levering van een product of dienst, maakt doorgaans een essentieel onderdeel uit van de overeenkomst. Dit impliceert dat u niet zomaar de prijs kan wijzigen zonder het akkoord van uw contractant. Enkel met een geldige prijsherzieningsclausule in uw contract of algemene voorwaarden, kunnen partijen de mogelijkheid krijgen om de prijs zonder akkoord van de contractant te herzien. Anders gezegd, een prijsherzieningsclausule laat partijen toe om de prijs te laten variëren in functie van welbepaalde objectieve parameters, die onafhankelijk zijn van de wil van partijen.

Partijen zijn evenwel niet onbegrensd bij het opnemen van een prijsherzieningsclausule in hun contract of algemene voorwaarden. De prijsherzieningsclausule is onderworpen aan strenge regels. In België kent men de Wet van 30 maart 1976 betreffende de economische herstelmaatregelen (hierna: “Herstelwet”) die er gekomen is als onderdeel van een pakket maatregelen om de historisch hoge inflatiecijfers af te remmen.

 

Herstelwet

De Herstelwet onderwerpt dus de prijsherzieningsclausule aan een set van strikte voorwaarden.

Artikel 57, § 2 van de Herstelwet bepaalt de voorwaarden waaraan de prijsherzieningsclausule dient te voldoen om rechtsgeldig te zijn. Zo mogen contracten ten eerste slechts prijsherzieningsbedingen bevatten in de mate dat deze toepasselijk zijn tot een bedrag van maximum 80% van de eindprijs. Minimaal 20% moet dus van in den beginne vaststaan. Ten tweede moeten de prijsherzieningsclausules verwijzen naar parameters die de reële kosten vertegenwoordigen (zoals bijvoorbeeld de grondstofprijzen). Tot slot moet hierbij rekening worden gehouden dat iedere parameter alleen toepasselijk is op dat gedeelte van de prijs dat beantwoordt aan de kosten die het vertegenwoordigt (zoals bijvoorbeeld enkel het deeltje van de prijs dat door de grondstofprijzen wordt beïnvloed, mag door deze parameter worden aangepast).

Hoewel een prijsherzieningsclausule conform voormeld artikel in principe rechtsgeldig is, dient de nodige aandacht te worden geschonken aan de omschrijving van de prijsherzieningsclausule in uw algemene voorwaarden en overeenkomsten. Artikel 57, § 1 van de Herstelwet voorziet immers nog een duidelijk verbod. Het is – op straffe van nietigheid – verboden om de prijsherziening te koppelen aan enig indexcijfer of een algemene parameter (zoals bv. de economisch conjunctuur). Het verbod op automatische indexatie geldt niet voor huurprijzen, wedden en lonen, sociale bijdragen of uitkeringen en op de emolumenten en honoraria die betrekking hebben op prestaties geleverd door de beoefenaars van vrije beroepen (art. 57, § 3). De prijsherzieningsclausule dient dus (in de mate van het mogelijke) overeen te komen met de reële kostenstructuur op het ogenblik van de uitvoering van de werken en enkel gekoppeld te zijn aan objectieve en concrete parameters.

Tenslotte is het nog van belang om erop te wijzen dat artikel 57 van de Herstelwet enkel van toepassing is op Belgische overeenkomsten. De overeenkomsten met een buitenlands element zijn dus niet gebonden door de strikte voorwaarden in artikel 57 van de Herstelwet, behalve wanneer ze (1) betrekking hebben op in België uit te voeren prestaties én (2) door personen die in België verblijven, werden gesloten. Deze twee voorwaarden dienen cumulatief voldaan te zijn. In dat geval, zullen de in die overeenkomsten opgenomen herzieningsclausules wel degelijk onderworpen zijn aan de wettelijke grenzen uit de Herstelwet.

Artikel 57 van de Herstelwet is een bepaling die de openbare orde raakt. Een prijsherziening die strijdig is met bovengenoemde principes is aldus absoluut nietig, al gaan sommige rechters de sanctie soms wat soepeler toepassen en het beding gaan “herleiden” tot wat wél aanvaardbaar is.

 

B2B Wet

Sinds kort zullen we bij het opstellen van een prijsherzieningsclausule ook rekening dienen te houden met de wet van 4 april 2019 houdende wijziging van het WER met betrekking tot misbruiken van economische afhankelijkheid, onrechtmatige bedingen en oneerlijke marktpraktijken tussen ondernemingen (hierna: “B2B Wet”). In de bijdrage “Algemene voorwaarden en onrechtmatige bedingen”, gepubliceerd in de vorige uitgave, werd reeds dieper ingegaan op de nieuwigheden van deze B2B Wet. Specifiek met betrekking tot de prijsherzieningsclausules, verdient het aanbeveling om artikel VI.91/5, 1° WER uit te lichten. Dit artikel bepaalt immers dat een beding geacht wordt onrechtmatig te zijn indien die ertoe strekt een onderneming het recht te verlenen om zonder geldige reden de prijs, de kenmerken of de voorwaarden van de overeenkomst eenzijdig te wijzigen. Dit betekent a contrario dat prijsherzieningen slechts mogelijk zijn wanneer er een externe, objectieve verantwoording voor bestaat. Er wordt aldus in deze nieuwe regelgeving voor de prijsherzieningen eenzelfde objectiviteits-toets opgelegd als in de Herstelwet, hoewel de invulling ervan verschillend zal zijn. Daar waar een prijsherzieningsclausule die voldoet aan de voorwaarden van de Herstelwet vermoedelijk ook de toets van de B2B Wet zal doorstaan, zal de omgekeerde denkoefening niet per definitie waar zijn. De Herstelwet geldt immers als lex specialis ten opzichte van de B2B Wet (lex generalis).

In de relaties met consumenten (B2C-relaties) zal rekening moeten worden gehouden met titel 3 van het WER, in het bijzonder artikel VI.83 WER. Daar waar het WER een algemeen verbod op eenzijdige prijswijziging invoert, voorziet zij wel in een uitzondering voor bedingen van prijsindexering voor zover deze niet onwettig zijn en de wijze waarop de prijzen worden aangepast expliciet beschreven is in de overeenkomst. Een prijsherzieningsclausule zal dus slechts geldig zijn indien deze voldoende objectieve maatstaven bevat zodat een wijziging niet louter eenzijdig is.

 

Tot slot

Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat indien de prijsherzieningsclausule in uw algemene voorwaarden staat opgenomen, het van belang is dat uw contractant voorafgaandelijk kennis heeft kunnen nemen van het beding en ze aanvaard heeft. In het andere geval, is de prijsherzieningsclausule – ook al is deze geldig – niet tegenstelbaar aan uw contractant.

Wat als er geen prijsherzieningsclausule is? Een uitweg kan gezocht worden bij het “imprevisie”-beding (ook wel hardshipclausule genoemd) indien deze opgenomen is in de overeenkomst. In een dergelijke clausule wordt doorgaans de verplichting tot heronderhandelen opgenomen wanneer er een ernstige verstoring is van het economisch evenwicht tussen partijen. Deze imprevisieleer zal binnenkort ook wettelijk verankerd zijn in het nieuw burgerlijk wetboek zodat dit ook mogelijkheden zal bieden indien de overeenkomst hieromtrent niets voorziet.

 

Lees het oorspronkelijke artikel uit "Power+ by Techlink" hier.

Blijf op de hoogte!

Wenst u op de hoogte te blijven van de laatste inzichten van Caluwaerts Uytterhoeven, bezorg ons dan uw gegevens via het formulier hieronder.